De zussen praten honderduit over de acties die Dolle Mina Utrecht voorbereidde in De Kargadoor. Van ‘JezusMina’, de actie waarbij de Dolle Mina’s bij de kerk aanklopten voor een gesprek tot nachtclubs en pornobioscopen binnenvallen om de mannelijke blik eens om te draaien. ‘’We zijn een keer een studentenkoor binnen gevallen. Dat was wel erg leuk, omdat wij hun gingen behandelen zoals zij ons behandelden. Arrogant kijken, naroepen met ‘Kom eens hier jij’, ongemakkelijk staren.’’ Connie: ‘’Maar niet alle acties die we deden waren doordacht. Die keer dat we een pornobioscoop binnenvielen, was wel erg treurig. Mijn man werd vooruitgestuurd om de deur van binnenuit open te maken. Toen we binnen kwamen ging meteen het licht aan en staarden we in de ogen van 15 gastarbeiders. Dat waren allemaal eenzame, alleenstaande mannen die alles hadden achtergelaten en alleen naar Nederland waren gekomen. Toen lieten we die actie maar zitten.’’
Net als De Kargadoor-vrijwilliger Wilbert beaamde, was het een tijd van doen. Carla: ‘’Je kon werkelijk van alles verzinnen. Als je een leuk idee had, doe het. Begin een groep, doe het? We wachtten niet af, we deden gewoon.’’
Na het vuur van de Dolle Mina’s is de beweging, en de betrokken vrouwen, opgegaan in andere initiatieven. Zo ook Carla en Connie, die beiden op hun eigen manier verschil zijn blijven maken voor de samenleving. Carla ging de politiek in terwijl Connie via maatschappelijk werk in vrouwenhulpverlening. ‘’Ja, nu ik er zo over nadenk hebben we allebei op onze eigen manier nog invloed proberen uit te voeren op ongelijkheid.’’ Verschil maken in wetgeving en uitvoering; de zussen zien er geen verschil tussen. ‘’De een kan niet zonder de ander. Ik (Carla) wilde meer verschil maken in het leven van de gewone burger. Dat er ook echt mensen aan het werk konden en dat vrouwen dezelfde rechten, op papier, kregen als mannen. Dat is toch politiek.’’
Connie: ‘’Ik was meer van de groepen. Vrouwen in de overgang, feministische therapiegroepen, vrouwenhulpverlening; je kon het zo gek niet bedenken. Er waren duizenden vrouwengroepen in de jaren ’70. Dat is waar de meeste bewustwording heeft plaatsgevonden. Alle vrouwen gingen zich omdraaien, de ogen gingen open. Maar ook door invloed vanuit regelgeving kwam er verbetering. Vrouwen konden werken door doorlopende dagen op lagere scholen, waar Carla heel hard aan heeft gewerkt. En niet zonder de enige boze reacties van ouders.’’